Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 20014e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin "Visblaas": blz. 492
- Tolboom, H.J., Venstertraceringen in Nederland. Deel in de serie 'Restauratievademecum, RV-bijdrage' nr 18. Zeist (Rijksdienst voor de Monumentenzorg), 's-Gravenhage (Sdu-Uitgeverij), 1998. [111 blz. ISBN 90.12.08605.1]. Hierin "Visblaas": blz. 77 ("vorm die overeenkomt met die van een vis, een soort druppelvorm; aan de ene kant een pas, met eventueel daarin twee toten, en aan de andere kant een soort staart, die wordt gevormd door een punt. Synoniem: snuit, spook" - dit is de relevante tekst volledig)
- Koepf, Hans, Bildwörterbuch der Architektur. Deel in de serie 'Kröners Tachenausgabe', nr 194. Stuttgart (Kröner), 1985ongewijzigde herdruk van 2e druk uit 1974/1e druk 1968. [451 blz. ISBN 3.520.19402.3]. Hierin "Schneuss, Fischblase": blz. 336 (tekening toont cirkel, gevuld met drie aansluitende visblazen, "Dreischneuss" genoemd)
- Pevsner, Nicolaus, Geschiedenis van de bouwkunst in Europa. Rotterdam (Donker), 19653e druk. [285 blz. ISBN -]. [Oorspronkelijke uitgave: An Outline of European Architecture, London, 1948]. Hierin: o.a. blz. 74, 75 (bespreking bij de late gotiek van de 'flowing tracery': vloeiende tracering, dit in tegenstelling tot de geometrische tracering tot ca 1300. Hierbij de 'vesica piscis': de visblaas)
- Fleming, John & Hugh Honour & Nicolaus Pevsner, Dictionary of Architecture. Harmondsworth (Penguin) 19853e editie, 6e druk. [356 blz. ISBN 0.14.051013.3]. Hierin "Mouchette": blz. 222